De invasie van Rusland in Oekraïne heeft een extra obstakel opgeworpen voor luchtvrachtketens die toch al te kampen hebben met stijgende tarieven en een beperkte capaciteit.

Grote en kleine luchtvaartmaatschappijen hebben hun activiteiten aangepast om de gevolgen van de oorlog zoveel mogelijk te beperken. Zo hebben vele maatschappijen al op 24 februari, toen de aanval begon, vluchten naar Oekraïne en Rusland geannuleerd. In beide landen bevinden zich ook vloten die gespecialiseerd zijn in het vervoer van extra grote vracht, die elders moeilijk te vinden is.

Commerciële vluchten zijn verdwenen uit het luchtruim van Oekraïne en omliggende gebieden omdat luchtvaartmaatschappijen het luchtruim van het conflict mijden. Omgeleide vluchten en stijgende brandstofkosten hebben geleid tot hogere toeslagen voor vervoerders en verdere annuleringen van vluchten omdat sommige diensten tussen Europa en Azië voor vervoerders economisch onrendabel zijn geworden. Dit is gebeurd in een periode van toch al beperkte vrachtruimte, aangezien de COVID-19 pandemie veel vliegtuigen aan de grond heeft gehouden door de kelderende passagiersvraag.


"Met de crisis in Oekraïne zijn we weer terug bij het begin van de pandemie, omdat veel capaciteit aan de kant is gezet", zei Neel Jones Shah, Executive Vice President en Global Head of Air Freight van Flexport, eerder deze maand.

Sommige luchtvrachtmaatschappijen vliegen nog steeds vrij door het Russische luchtruim. Vliegtuigen van China Southern en Air China deden dat op woensdagmiddag, volgens Flightradar24. Maar ten minste 11 van de 25 grootste vrachtmaatschappijen ter wereld, volgens de ranglijst van de International Air Transport Association (IATA) voor 2020, en kleinere maatschappijen hebben een of andere aanpassing doorgevoerd als gevolg van de oorlog.