De Belgische zakenkrant De Tijd meldde onlangs dat het aantal faillissementen in het Belgische wegvervoer de helft hoger ligt dan voor de uitbraak van het coronavirus.

 

De aangevoerde redenen waren hogere loonkosten, duurdere diesel, Adblue en hogere vrachtwagen- en verzekeringsprijzen. Ook in het Nederlandse wegvervoer spelen deze factoren een rol, maar in Nederland blijft het aantal faillissementen in het wegvervoer laag.

In het tweede kwartaal van dit jaar heeft de Nederlandse wegvervoersector 20 faillissementen uitgesproken. Het cijfer was zelfs iets lager dan het kwartaalgemiddelde sinds 2015, in lijn met de algemene trend van een laag aantal faillissementen.

 

Faillissement daalt in Nederland

Faillissementen krijgen altijd de meeste aandacht, maar vormen traditioneel slechts een klein deel van de bedrijfsfaillissementen in de CBS-statistieken. In het wegvervoer waren faillissementen in het eerste kwartaal van 2015 nog goed voor 24% van alle sluitingen. Met 20 bedrijfsfaillissementen in het tweede kwartaal van 2022 -- van de 365 bedrijfsfaillissementen -- is dat gedaald tot 5,5%.

Doordat er meer bedrijven zijn opgericht dan gesloten in het wegvervoer, is het aantal transportbedrijven gestaag toegenomen: van 10.275 in 2015 naar 19.270 in 2022. Aangezien meer dan 80% van de inschrijvingen zich richt op groepen met één medewerker (“ZZP chauffeurs”), is hun aantal en aandeel toegenomen: van 49% in 2015 naar 67% in 2022.